1929

A. L. Van Kuyck, 1929
CONVERSATION
07.02.2024
NL

“Van het begin af heb ik geweten dat ik wat wij noemen ‘zuivere films’ zou maken, films zonder verhaal en die belangwekkend zijn door de beweging alleen: een beweging die er niet noodzakelijkerwijs een behoeft te zijn van personages. Alles is goed om er beweging mee te bereiken: men kan de beweging fotograferen in de natuur, men kan bewegingsloze dingen laten dansen en draaien door middel van het toestel; men heeft de beweging der machines, enz. Het is verkeerd te spreken van trucs, in de filmtechniek. Wij kennen geen trucs, wij hebben alleen maar middelen.”

John Grierson, 1929, 2014
Ingeleid door Hannes Verhoustraete
ARTICLE
08.05.2019
NL EN

Als ik het probleem van het beeld ter sprake breng, is het vooral om je inzicht te geven in hoe de geest van een filmmaker werkt. Die moet zijn weg aftasten door de verschijning van dingen, moet kiezen, afwijzen en weer kiezen, altijd op zoek naar significantere verschijningsvormen, die als gist zijn voor het deeg, dat de context is. Dit is echter niet moeilijker voor film dan voor poëzie. De camera is instinctmatig, of zelfs door oefening, een zwerver.

John Grierson, 1929, 2014
Introduction by Hannes Verhoustraete
ARTICLE
23.04.2014
NL EN

If I raise this matter of images it is rather to give you some idea of how the movie mind works. It has to feel its way through the appearances of things, choosing, discarding and choosing again, seeking always those more significant appearances, which are like yeast to the plain dough of the context. Sometimes they are there for the taking; as often as not you have to make a journey into a far country to find them. That, however, is no more difficult for cinema than for poetry. The camera is by instinct, if not by training, a wanderer.

John Grierson, 1929, 2014
Ingeleid door Hannes Verhoustraete
ARTICLE
08.05.2019
NL EN

Als ik het probleem van het beeld ter sprake breng, is het vooral om je inzicht te geven in hoe de geest van een filmmaker werkt. Die moet zijn weg aftasten door de verschijning van dingen, moet kiezen, afwijzen en weer kiezen, altijd op zoek naar significantere verschijningsvormen, die als gist zijn voor het deeg, dat de context is. Dit is echter niet moeilijker voor film dan voor poëzie. De camera is instinctmatig, of zelfs door oefening, een zwerver.

John Grierson, 1929, 2014
Introduction by Hannes Verhoustraete
ARTICLE
23.04.2014
NL EN

If I raise this matter of images it is rather to give you some idea of how the movie mind works. It has to feel its way through the appearances of things, choosing, discarding and choosing again, seeking always those more significant appearances, which are like yeast to the plain dough of the context. Sometimes they are there for the taking; as often as not you have to make a journey into a far country to find them. That, however, is no more difficult for cinema than for poetry. The camera is by instinct, if not by training, a wanderer.