Red de filmcultuur, investeer in filmkritiek!

(1) Éloge de l’amour (Jean-Luc Godard, 2001)

Eind oktober verscheen op de website van Filmmagie een bericht van de redactie. Door aanhoudende financiële problemen werd beslist om in november en december geen nummers uit te brengen. De toekomst van het oudste filmblad van Vlaanderen, dat in deze maand zijn 65ste verjaardag zou vieren, oogt onzeker. De huidige middelen maken het moeilijk om nog verder te werken. Het is voorlopig onduidelijk of het magazine nog een doorstart kan maken of finaal de boeken moet neerleggen. Het zou het einde betekenen van een stuk levende Vlaamse filmgeschiedenis.

Het verhaal van Filmmagie is zeker geen geïsoleerd geval. Ondanks de vele initiatieven kent filmkritiek anno 2021 een onzeker statuut in Vlaanderen. Veel organisaties en filmtijdschriften worden in het leven gehouden door het engagement van vrijwilligers, wat een meer duurzame werking in de weg staat. Geen enkele organisatie slaagt erin om haar auteurs op een correcte manier te vergoeden. Dat maakt de uitbouw van een professionele werking voor een Vlaams (online) filmtijdschrift vandaag erg moeilijk, en de keuze voor een carrière als filmcriticus helemaal onwaarschijnlijk.1

Nu de nieuwe intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds aan zijn taak begint, een nieuwe beheersovereenkomst in de maak is en het proces rond de visieontwikkeling voor publiekswerking volop lopende is, lijkt het ons het gepaste moment om te herinneren aan een memorandum uit 2019 waarin het instituut zelf filmgeletterdheid als speerpunt van zijn publiekswerking bestempelt. Als het VAF de eigen doelstellingen serieus neemt, dient het hoognodig werk te maken van gepaste waardering en financiering van die organisaties die inzetten op filmgeletterdheid. 

Sinds de oprichting van het Vlaams Audiovisueel Fonds in 2002 is het Vlaamse filmlandschap positief geëvolueerd. Vele jonge makers kregen en krijgen kansen om films te maken. Een film maken in Vlaanderen is in tegenstelling tot vroeger geen onbereikbare droom meer. Maar een verzameling films maakt nog geen filmcultuur. Die kan net enkel ontstaan door filmervaringen te verbinden, te delen, te verwoorden, te omarmen of liefdevol af te wijzen. Enkel zo kan een gemeenschap van toeschouwers, filmmakers, critici, filmstudenten en filmliefhebbers ontstaan, enkel zo kan een diepgaand gesprek over cinema plaatsvinden. De “levendige, kwalitatieve en diverse filmcultuur” die het VAF onderschrijft, ontstaat, met andere woorden, net door kritiek en reflectie. Schrijven over film, in diverse vormen, is geen activiteit in de marge maar net een absolute voorwaarde voor de uitbouw van een rijk filmlandschap. 

Vlaanderen kent talrijke publicaties en organisaties die cinema in de eerste plaats als kunst- en cultuurvorm en niet als louter entertainment behandelen, die de droom koesteren dat filmkritiek meer kan zijn dan reclameondersteuning of consumentenadvies. Momenteel is de ruimte voor substantiële filmkritiek in de mainstreampers en op de openbare omroep echter nagenoeg onbestaande. Ondanks zijn grote zichtbaarheid kent cinema er, van alle kunsten, de minst grondige behandeling. Waar bestaat de ruimte voor meer uitvoerige beschouwingen en diepgravende stukken? Waar is er plaats voor een filmkritiek die de ambitie heeft een langlopend gesprek met Vlaamse filmmakers aan te gaan? Waar is er plek voor een filmkroniek die voorbijgaat aan de waan van de dag? Waar kan de hedendaagse cinema worden verbonden met zijn filmhistorische verleden? De initiatieven die deze taak opnemen bestaan wel degelijk, maar worden noodgedwongen tot de marge veroordeeld.

Dat is niet het minst het resultaat van het beleid van het VAF inzake filmgeletterdheid. In 2015 werden de subsidies voor filmorganisaties die inzetten op publiekswerking overgeheveld van het Kunstendecreet naar het Vlaams Audiovisueel Fonds. Het VAF neemt sindsdien de taak op om die organisaties te steunen die “inzetten op een levendige, kwalitatieve en diverse filmcultuur in Vlaanderen”. Die overheveling ging ook gepaard met een nieuwe manier van werken. Het VAF maakte een landschapstekening die vervolgens gebetonneerd werd in een subsidiestructuur waar moeilijk van af te wijken is. Kleine organisaties kunnen hun werking moeilijk bestendigen, laat staan uitbouwen. Sommige hebben het zelfs moeilijk het hoofd boven water te houden. Het zorgt voor een veld met weinig toekomstperspectief en groeimogelijkheden. Instroom van nieuwe spelers is quasi onmogelijk. Het VAF bepaalt een visie en stuurt daarvoor organisaties aan, eerder dan bottom-up initiatieven te laten groeien of te laten ontwikkelen.

Organisaties die inzetten op filmkritiek kunnen vandaag maximaal 70.000 euro structurele ondersteuning aanvragen (een bedrag waar de meeste (online) tijdschriften nog (ruim) onder zitten).2 Dat is een gevoelig lager bedrag dan voor tijdschriften gesubsidieerd door het Kunstendecreet: rekto:verso krijgt 108.900 euro ter beschikking, Etcetera krijgt 103.700 euro, De Witte Raaf 91.700 euro. Subsidies zouden op zijn minst een correcte en professionele werking moeten mogelijk maken. Pas dan kan het professionalisme dat de Vlaamse overheid van subsidieontvangers eist (via het afstemmen van een artistiek op een zakelijk beleid en het uitbetalen van correcte vergoedingen voor medewerkers) werkelijkheid worden.

Wij zien geen toekomst in een stiefmoederlijk beleid dat “scherpe” keuzes maakt, er is integendeel dringend nood aan zorgzame en correcte ondersteuning van alle bestaande initiatieven. Wij zijn van mening dat een voldragen en divers filmlandschap zich enkel blijvend kan manifesteren wanneer dat gepaard gaat met de ontwikkeling van een scherpzinnige en diepgaande filmkritiek. Red de filmcultuur, investeer in filmkritiek!

 

Ondertekend door, in alfabetische volgorde:

Gerard-Jan Claes (algemeen en artistiek leider Sabzian)

Karel Deburchgrave (co-voorzitter bestuur Filmmagie)

Bjorn Gabriels (bestuurslid Folio en voormalig hoofdredacteur Filmmagie)

Niels Putman (Hoofd- en eindredacteur Kortfilm.be)

Steven Tuffin (Hoofdredacteur en bladmanager Vertigo)

Bart Versteirt (coördinator Cinea)

  • 1Een vergelijking met de praktijktarieven voor freelancejournalisten, opgemaakt door de Vlaamse Vereniging van Journalisten, noopt tot pessimisme (€ 0,03 tot € 0,045 per teken voor artikels in dagbladen en magazines, €150/160 euro per pagina voor gespecialiseerde bladen). In vergelijking met deze tarieven kunnen de meeste filmkritiekorganisaties slechts een tegemoetkoming of “aalmoes” aanbieden. Meer info
  • 2Cinea: € 105.000, waarvan € 30.000 voor Photogénie, Filmmagie €65.000, Kortfilm.be €20.000, Sabzian €40.000, Vertigo €35.000.

Deze brief verscheen oorspronkelijk op rekto:verso.

MANIFESTO
10.02.2021
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.