De kracht der gevoelens

VERTAALD DOOR TRANSLATED BY TRADUIT PAR Sis Matthé
Ingeleid en samengesteld door Stoffel Debuysere

“Cinema is de publieke hoofdzetel van gevoelens in de twintigste eeuw,” aldus Alexander Kluge in het boek dat dient ter begeleiding van Die Macht der Gefühle (1983), een film die hij zelf beschouwt als een sleutelwerk in zijn voortdurend streven om gevoelens te herdenken in hun complexiteit en capaciteit. Met deze onderneming lijkt Kluge zich in het zog te begeven van Theodor W. Adorno en Max Horkheimer, die in hun Dialektik der Aufklärung (1944) suggereerden dat de instrumentalisering van de rede door de massacultuur een domesticatie van gevoelens met zich meebrengt. Vandaar de noodzaak, in Kluges woorden, “om gevoelens uit hun Babylonische gevangenschap te bevrijden” en ze tegelijk terug te roepen uit hun ballingschap in de louter intieme sfeer, waar ze van hun krachten zijn ontdaan. En waar elders kunnen gevoelens beter tot hun recht worden gebracht dan in cinema, deze bijzondere kunstvorm die zich in de loop van de twintigste eeuw heeft opgewerkt tot een ware “krachtcentrale van gevoelens”?

Vreemd genoeg ontdekte Kluge zijn liefde voor cinema dankzij twee denkers die een niet onbelangrijke rol hebben gespeeld in de kritische traditie die cinema tot vermoeiens toe heeft afgeschreven als een vorm van “opium voor de massa”. Het waren immers Adorno en Horkheimer die Kluge, eertijds werkzaam als juridische adviseur bij de Frankfurter Schule, introduceerden bij Fritz Lang, die hem als assistent aan boord nam bij het maken van Der Tiger von Eschnapur (1959). De kritische theoretici die de jurist wilden ontdoen van zijn affectie voor literatuur door hem naar de verdorven industriële arena van cinema te sturen, voedden onopzettelijk de singulariteit van een kunstenaar die zich van dan af voornam om “cinema te maken zoals het schrijven van boeken” en “boeken te schrijven zoals het maken van cinema”.

Ontsteld door de vernederingen die hij Fritz Lang zag ondergaan in de greep van de filmindustrie, begon Kluge socio-fictionele miniaturen te schrijven die voor het eerst verzameld zouden worden in Lebensläufe (1962). Tegelijk begon hij samen met Peter Schamoni te werken aan wat zijn eerste kortfilm zou worden, Brutalität in Stein (1961), een opgemerkt werkstuk dat een nieuwe aandacht inluidde voor de verhouding van Duitsland met zijn onfrisse verleden, in tegenspraak met de amnesie die karakteristiek was voor “Papas Kino”. Het voorbeeld van de Franse Nouvelle Vague sterkte Kluge in zijn overtuiging dat een nieuwe onafhankelijke cinema noodzakelijk was om een slagvaardige Duitse filmcultuur tot leven te brengen. In 1962 was hij een van de ondertekenaars van het “Oberhausener Manifest” en een van de stichters van het Institut für Filmgestaltung in Ulm, die allebei hebben bijgedragen tot de grondvesting van de zogenaamde “Nieuwe Duitse Cinema”.

In zijn ambitie om alternatieve vormen van filmproductie te vrijwaren en media te verlossen uit de greep van de cultuurindustrie, stichtte Kluge later ook de “Development Company for Television Program” (DCTP), die zich tot op vandaag trots situeert als een “onafhankelijke producent binnen het commerciële televisielandschap”. Sinds 1987 dient DCTP als het platform voor Kluges eigen Kulturmagazine dat bestaande televisieformats approprieert en subverteert. Eerder dan over culturele events te rapporteren met behulp van gestandaardiseerde modellen kiest hij ervoor om “vormen te ontwikkelen die kunnen overleven temidden van deze onmogelijke situatie die elke expressie vernietigt”, vormen die bovendien druk uitvoeren op de “spieren van de verbeelding”.

Kluge positioneert zich als een bondgenoot van de “onderdrukte klassen” van de menselijke zintuigen en kiest ervoor om kwaliteiten aan te spreken zoals nieuwsgierigheid, koppigheid en de honger naar het kijken, luisteren en correleren. Hij contrasteert de “dramaturgie van de onvermijdelijke tragedie”, typerend voor de 19e-eeuwse opera, met een “dramaturgie van Zusammenhang”, gebaseerd op principes van montage, simultaniteit en polyfonie. Dit zoeken naar Zusammenhang staat ook centraal in zijn literaire oeuvre, dat grotendeels werd verzameld in Chronik der Gefühle (2000, recent in het Frans vertaald als Chronique des sentiments). Aan de basis van deze “livre-océan”, zoals Georges Didi-Huberman het werk heeft gedefinieerd, ligt Alexander Kluges decennialange onderneming van “het vertellen van verhalen over hoe gevoelens niet machteloos zijn”. Een onderneming die ongetwijfeld meer aandacht verdient. 

Stoffel Debuysere

(1) Die Macht der Gefühle (Alexander Kluge, 1983)

De film behandelt niet één gevoel, maar de kracht der gevoelens. Veel kijkers zullen denken dat ze weten wat dat is. Maar we weten het allemaal niet. Een mens die op een rustig moment aan introspectie doet, ziet gevoelens. Maar nooit alle gevoelens, en met name de kracht van gevoelens is onbekend terrein.

Die Macht der Gefühle hoort bij het genre van de epische film. De eerste langspeelfilm van deze aard staat op naam van Griffith. En handelt over een gevoel: het gevoel van onverdraagzaamheid1 . Hij volgt dit gevoel van Babylon tot in het heden (1915); er worden telkens nieuwe verhalen verteld en in de kern gaat het om één en hetzelfde gevoel. Net zoals in de film Die Macht der Gefühle. De film vertelt ongeveer 26 verhalen, maar die hebben allemaal dezelfde kern: de kracht der gevoelens. De kracht der gevoelens: omdat ze ontbreken, omdat er teveel zijn, omdat ze anders spreken dan de rechtbank, omdat klein geschreven gevoelens zoals “zich opwinden” zich anders verhouden dan grote gevoelens als moord, jaloezie, roofzucht, vertwijfeling, omdat gevoelens ongeluk aanrichten, omdat gevoelens van huis uit naar geluk streven. Het gaat vooral om: hoe zijn gevoelens georganiseerd?

Dit is mijn 26ste film. Ik heb er drie jaar aan gewerkt. Ik knoop in deze film terug aan bij mijn eerste langspeelfilm: Abschied von gestern (1966).

Toen ik aan de film begon, hadden we de regering Schmidt.2 Nu hebben we die Wende.3 Een zijgroep binnen deze nieuwe regering is de laatste maanden aan het onderzoeken of de auteursfilm niet gewoon uit de wereld geholpen kan worden. Dat zal de auteursfilm niet zomaar laten gebeuren.

Met voorlopig nog hartelijke groeten,

A.K.4

(2) Die Macht der Gefühle (Alexander Kluge, 1983)

Over gevoel. Bijdrage tot een debat5

Iedereen kent gevoelens, niemand overschouwt ze. Wie gevoelens beheerst, verarmt. Wie erdoor beheerst wordt, kan maar best snel zijn testament opstellen. De verhouding tussen gevoel en kracht is tegelijk het meest stormachtige en het koppigste dat ik ken. Wat zijn gevoelens überhaupt?

In het Engels: feeling, affection, emotion, sentiment, passion; “whatever feelings were in Sophia’s heart, tenderness was not among them” – Bennett; “that serene and blessed mood, in which the affections gently lead us on” – Wordsworth; “a sensation of strength, inspired by mighty emotion” – George Eliot; “give me that man that is not passion’s slave” – Shakespeare. Als je het Duitse woord Gefühl in andere talen vertaalt, dan treden er in elk land andere perspectieven naar voren. De werking van de gevoelens is dezelfde, maar de taal belicht haar anders.

∗∗∗

Der Große Brockhaus, 16de oplage, 4de band, Wiesbaden 1954, 435: “Gevoel, een elementaire manier van ervaren. (...) Het onderscheid moet gemaakt worden tussen de gevoelsdimensies begerig-lusteloos, afgestemd-verhoogd en daarnaast volgens de sterkte en de zwakte, wat echter wederom niet samenvalt met de indeling op basis van diepte of oppervlakkigheid. Een gevoel dat tegelijk sterk en diep is zou hartstochtelijk zijn. Volgens Ludwig Klages6 zijn er gevoelens die rijk zijn aan beelden en een hele wereld omvatten en daarnaast hevige, beperkte gevoelens die arm zijn aan beelden. (...) De spraakverwarring om ook gewaarwordingen zoals het koudegevoel gevoelens te noemen wordt door de psychologie afgewezen. De differentiatie van gevoelens volgens hun lichamelijke nabijheid is daarentegen wel van belang. De gradatie reikt van het gevoel van aangename afmatting over lichamelijke inspanning tot esthetische en ethische gevoelens die ver van het lichaam liggen zoals concentratie of berouw, schuldgevoelens, etc. (...) De waardering van het gevoelsleven op zich of de keuze voor bepaalde gewenste of toegelaten gevoelens is in hoge mate afhankelijk van de fundamenten van verschillende periodes en culturen. Dat vrouwen in hun handelen in hogere mate bepaald worden door gevoelens dan mannen, is onjuist. (–> Affekt, –> Emotion, –> Gemeingefühl).”

Averechtse wereld...

Er zijn praktische, kleine gevoelens. Ze vormen een handig pakket. Voeling, timing, fingerspitzengefühl, traagheid, vanzelfsprekendheid. Dit soort onopvallende gevoelens maken 90% uit van onze ervaring. Ze hebben een soort arbeidersstatuut. Niemand spreekt erover.

In de film Die Macht der Gefühle zien we een machinist. Hij zegt: “Als je een bout vastzet, moet je dat met gevoel doen.” Ik heb nog geen enkele film gezien die 90 minuten lang toont hoe je behoedzaam een bout vastzet. Maar ik heb dan ook nog nooit een erotische film te zien gekregen die het geduld toonde dat past bij tederheid. Voor het gevoel is elke filmdramatiek te haastig. Gevoelens hebben hun eigen tijd. (Sla één keer het tijdsgevecht tussen volwassenen en kinderen gade en je weet wat voor tijd gevoelens nodig hebben.)

Over de belangrijkste onderdelen van het gevoel bestaat er zo goed als geen informatie. Men heeft nooit getest of de beste eigenschappen van mensen niet juist in deze niet-geopenbaarde ervaringen liggen!

Voor de heel zeldzame gevoelens bestaat er daarentegen een overdaad aan vertellingen. Een jonge man wordt verliefd op een meisje dat kanker krijgt. Een koopman in Venetië wil een stuk van de borst van een schuldenaar afsnijden en houdt geen rekening met het feit dat hij dan ook het hart zal moeten aansnijden. Er is immers niemand die met hem, de koopman, rekening houdt. etc. Is onze cultuur verliefd op melancholie, op tragische uitkomsten? Hebben wij misschien een helemaal andere cultuur nodig als het erom gaat gevoelens tot hun recht te laten komen? Als je het eenmaal doorhebt, zijn gevoelens die niet tot hun recht komen vergelijkbaar met landmijnen. Onze planeet is dubbel ondermijnd: door de Pershing II7 en door de mijngangen van gevoelens die slecht behandeld worden. Daarover zou je beter negen films maken in plaats van slechts één. Gelet op onze nachtrust hebben we nood aan een bewapening van onze gevoelens. We moeten zogezegd de “gevoelens motiveren”.

Aan wie behoren gevoelens toe?

Er zijn gevoelens die meer dan 4000 jaar oud zijn. Er zijn gevoelens die pas de voorbije jaren zijn kunnen ontstaan. Je kent gevoelens waarover in het openbaar gesproken kan worden; en de geheime gevoelens waarover je niet spreekt. Gevoelens die hun onderscheidingsvermogen verloren zijn, gevoelens die bepaald zijn door hun banden: met daden, waarden en verstandelijke capaciteiten bouwen ze gemeenschappelijke torenflats. In deze collectieve constructie, waaruit moderne mensen bestaan, kan je de afzonderlijke gevoelens nauwelijks nog herkennen. Dergelijke gevoelens begrijpen zichzelf niet meer. Honderd jaar lang zijn de Fransen de erfvijanden en dan plots niet meer, dan zijn er andere erfvijanden.

Op elk van de verschillende gevoelens – en de fysische vormen waaruit de gevoelens bestaan zijn nog een extra verandering – is ooit aanspraak gemaakt. Gevoelens behoren toe aan iemand, niet noodzakelijk aan de mens die de gevoelens heeft. Gevoelens zijn feitafhankelijk, ze behoren toe aan de ouders, aan de moraal, goedheid heeft hen gegrepen, haat heeft hen naar zich toe getrokken, etc. Als elk gevoel wist waaraan het toebehoorde (of, om niet te zeggen, als de gevoelens aan zichzelf toebehoorden), beweer ik dat ze de volgende eigenschappen zouden hebben: ze liegen niet en binnen de ervaring die ze behelzen, vergissen ze zich minder dan eender welke andere menselijke capaciteit.

Verstand komt van verstandhouding...

Je zal van mij niet aannemen dat ik nu, sinds kort, puur op het gevoel afga. Ik beweer echter: tussen verstand en gevoel kan je geen echte tegenstelling uitbouwen. Je kan binnen de verstandelijke capaciteiten een radicaal onderscheid maken: de productiefste delen van het verstand zijn in werkelijkheid gecondenseerd gevoel; dat wil zeggen, gevoelens die toegespitst en bewapend zijn. Dat is de ene zijde van hoe het verstand gebruikt wordt. Als Immanuel Kant (in de Kritiek van de zuivere rede) de ervaring vergelijkt met het bouwen van huizen, “Architectoniek van de zuivere rede”, verwerkt hij een sterk gevoel.

Historisch bestaat de zwakte van het verstand erin dat een aantal van zijn fracties getrouwd zijn met de wereld van de feiten. Door deze tweede kunst van het verstand probeert de realiteit ons mensen te regeren. Het verstand draagt daaraan bij via het rammelwerktuig van het begrip. Het spreekt vanzelf dat er met een zodanig gevoelloze en weinig eigenzinnige capaciteit geen verlichting valt na te streven.

Wat bij het verstand de verstandhouding tussen mensen vormt was bijgevolg altijd al gevoel.

Maar gevoelens hebben het lastiger met verstandhouding. De lichte, luchtige gevoelens kunnen makkelijk verwisseld worden. Mijn goed humeur vindt duizend afnemers. Mijn tegenspoed wil daarentegen nauwelijks iemand hebben. Daarom klinkt het in Die Macht der Gefühle: “In treurige verhalen wegen de gevoelens zwaarder.” 

Gevoelens en kracht...

De film Die Macht der Gefühle gaat niet over gevoelens op zich, maar over hoe ze zich organiseren: hoe ze georganiseerd worden, door toeval, invloed van buitenaf, moord, het lot; hoe ze zichzelf organiseren, hoe ze geluk hebben, want dat is immers wat ze zoeken.

Waarover gaat het bij deze organisatie van het gevoel? Normaal neigen gevoelens naar dictatuur, de dictatuur van het moment. Een sterk gevoel, dat ik nu op dit moment heb, verdringt alle overige gevoelens. Dat zou bij gedachten niet zo zijn. Een gedachte trekt eerder andere gedachten aan, als een magneet. Mensen hebben daarom nood aan bevestiging door andere mensen om van hun gevoelens zeker te zijn (en om de vreemdheid van de toe-eigening van hun gevoelens te doen afnemen). In de verhoudingen van verschillende mensen onder elkaar, van hun openbaarheid dus, werken de verschillende gevoelens net zoals gedachten namelijk ook als magneten voor elkaar. Gevoelens maken zich verstaanbaar door hun publieke opvoering.

In de twintigste eeuw is cinema de publieke hoofdzetel van het gevoel. De organisatie luidt als volgt: in cinema kennen ook de treurigste gevoelens een gelukkig einde. Het gaat om troost. In de negentiende eeuw is de hoofdzetel van het gevoel de opera. De overgrote meerderheid van opera’s kent een tragisch einde. Je kijkt tegen een opera op.

Ik ben ervan overtuigd dat er een meer ondernemingsgezinde combinatie zou moeten bestaan: zowel in de opera als in de klassieke cinema blijven gevoelens onmachtig tegenover de kracht van het lot. In de twintigste eeuw hebben ze zich rond de troost gebarricadeerd, in de negentiende eeuw verschansten ze zich rond de betrouwbaarheid van de dodelijke ernst.

Gevoelens en hun kracht...

Mijn twee lievelingsverhalen in de film Die Macht der Gefühle zijn “Abbau eines Verbrechens durch Kooperation” [“Demontage van een misdaad door samenwerking”] en “In ihrer letzten Stunde” [“In haar laatste uur”]. In het verhaal “In ihrer letzten Stunde” wordt een aaneenschakeling van toevalligheden en kwaadaardige daden niet gehinderd door enige gevoelens om tot een goed einde te komen. De gevoelens schitteren in hun afwezigheid. Ik ben ervan overtuigd dat met de nodige gevoelsdramatiek ook hier een afgrijselijk einde voor alle betrokkenen gemeld zou kunnen worden. Je merkt dus dat gevoelens kunnen regeren door te handelen en door te verzuimen.

In het verhaal “Abbau eines Verbrechens durch Kooperation” deconstrueren twee mensen een moord die ze niet hebben gepleegd. Waarin onderscheidt het ene paar zich van het andere? Het moordpaar zit omsingeld in een hotelkamer in Barcelona en beantwoordt zo aan de dramaturgische incest van het klassieke Ibsendrama. Doorgaans beschikken ze over veel en hevige gevoelens. Manfred Schmidt wou absoluut op kop richting Brazilië... Mäxchen wilde hem met alle macht enkel voor zich houden!8 Ze bezit hem echter maar op een grondoppervlakte van amper 2,28 x 3m.

Het ontbreekt de organisatie van dit gevoel aan zakelijkheid. Ik zou pathetisch kunnen pleiten voor de eenheid van liefde en zakelijkheid. De twee criminele professionals Knautsch-Betty en Kurt Schleich begrijpen deze zakelijkheid wel enigszins. Hoe komt dat? Dat komt omdat beiden een reden hebben voor hun gevoelens. Ze weten waarom ze elkaar graag zien. De vraag naar wie hun gevoelens bezit is gelukkig in zekere mate opgelost. Dat is de belangrijkste vereiste voor een gelukkige afloop.

(3) (3) Der Große Brockhaus, 16de oplage, 4de band, Wiesbaden 1954, 435

De politiek der gevoelens9

Aanzwellende muziek, hemel. Actie en dood. Een mens blijft achter. Het woord “beweging” heeft in “movie” twee volledig verschillende betekenissen: (1) iets beweegt in het beeld; (2) iets beweegt mij. De cinema is een gevoelsmachine. De grote gevoelens van het filmdrama leiden enkel naar een happy end als er een paar leugens worden ingebouwd. Gevoelens zelf kunnen niet liegen. Opnieuw zijn kleine gevoelens die happy ends veroorzaken (en we zouden dan snel nog een betere manier moeten vinden om “happy” uit te drukken) niet aantrekkelijk voor de cinemaromantiek. Ik werk er al geruime tijd aan om dit te veranderen. De uitdrukking daarvoor is “De politiek der gevoelens”.

 

De archeologie der gevoelens

Met definities geraken we niet dichter bij gevoelens. Laten we het historisch proberen:

(1) Ooit waren er sterke affecten: haat, hebzucht, nijd, jaloezie – de mens kan niet weerstaan aan een sterke drang en slaat toe. Mythen en historici houden ons een wrede wereld voor en de straffen zijn altijd hard en direct.

Tegenwoordig is er de industrialisering. Samenlevingen veranderen, er ontstaat een industriële ijver. Vanuit een volkomen ander uiterste, tussen ouders en kinderen, ontstaat een nieuw gevoel dat de maatschappelijke veranderingen begeleidt. Het gevoel gaat naar school, éducation sentimentale (Flaubert). Deze gevoelens zijn het volstrekte tegendeel van de affecten. Geen sterke redenen tot actie, maar een tedere breking of verschuiving van elke actie omwille van een mens, een idee, een herinnering, een ander gevoel.

Gevoelens bestaan uit onderscheidingsvermogens. In ons land worden ze vanaf de 18de eeuw steeds meer “rijk aan gedachten en arm aan daden”.10 Gevoelens hebben de neiging om het onder elkaar eens te worden. Er zijn plots gedachten die niet van boven naar onder uit de logica ontstaan, maar van onder naar boven: ingedikte gevoelens. Dat is onze klassieke en de romantische traditie in de vorm van de jaren 1920, de traditie waarvan wij leven. Deze gevoelens zijn handelaars: ze breken de schok, versterken het ene, laten het andere ongemoeid, dragen maskers en bouwen als grote gemeenschappen opnieuw bolwerken, steden, sektes, vaderlanden, kortom: algemene vergaderingen. In deze bijeengebouwde gedaante verliezen ze hun heel eigen onderscheidingsvermogen en worden ze drijfveren. Elke mens is een bom.

(2) Er zijn op de blauwe planeet alleen maar koudbloedigen. Plots een sprong in de ontwikkeling, mogelijk in de kantlijn van de ijstijden: er ontstaan levensvormen die in hun lichamen levenslang een temperatuur van exact 27 graden (de temperatuur van de oerzee) ronddragen. Iedereen draagt een stukje paradijs in zich. Dat is de ontstaansgrond van gevoelens. Het eerste wat je kan zeggen is “warm en koud”. Later leer je het hele alfabet. En we weten dat er over miljoenen jaren heen, tot in de Kaiserstrasse in Frankfurt am Main, hele taallandschappen ontstaan op basis van één enkel aangeleerd alfabet. Niemand zou verbaasd moeten zijn dat er in elke mens 5000 gevoelens tegelijk bestaan.

  • 1Kluge verwijst hier naar Griffiths film Intolerance: Love’s Struggle Throughout the Ages uit 1916.
  • 2De Duitse SPD-politicus Helmut Schmidt was bondskanselier van 1974 tot 1982. Hij werd opgevolgd door Helmut Kohl.
  • 3Die Wende (de omwenteling) is de term die gebruikt wordt om de politieke ontwikkelingen in Duitsland in 1989 en 1990 aan te duiden, met o.a. de val van de Berlijnse muur en de toenadering tussen Oost- en West-Duitsland.
  • 4Deze brief verscheen in: Alexander Kluge, Die Macht der Gefühle (Frankfurt am Main: Zweitausendeins, 1984), 66.
  • 5Alexander Kluge, Die Macht der Gefühle (Frankfurt am Main: Zweitausendeins, 1984), 210-215.
  • 6Ludwig Klages (1872-1956) was een Duitse filosoof die vooral bekend werd als grondlegger van de grafologie, de studie en analyse van handschriften. Als filosoof wordt hij binnen de traditie van de levensfilosofie geplaatst (zie ook Henri Bergson).
  • 7De Pershing II was een raket die door de Amerikanen werd ontwikkeld en tussen 1960 en 1991 een van de hoofdwapens was van het Amerikaanse leger. De raket is vernoemd naar de Amerikaanse generaal John J. Persing (1860-1948).
  • 8In deze episode subverteert Kluge de typische “happy ending”. Na een moordpoging verbergt het koppel Manfred Schmidt en Mäxchen Bärbel zich in een kleine kamer. Kluge vertelt ironisch hoe “de dromen van Mäxchen zijn uitgekomen - zij en Manfred leven samen in een onontkoombare ruimte van amper 4 vierkante meter”.
  • 9De fragmenten met als titel “De politiek der gevoelens” en “De archeologie der gevoelens” komen uit: Alexander Kluge, Die Macht der Gefühle (Frankfurt am Main: Zweitausendeins, 1984), 200-201.
  • 10Kluge verwijst hier naar het gedicht An die Deutschen, waarin Friedrich Hölderlin (1770-1843) de Duitsers “tatenarm und gedankenvoll” [“arm aan daden en vol gedachten”] noemt.

Ter gelegenheid van de vertoning van Die Macht der Gefühle (Alexander Kluge, 1983) in CINEMATEK, georganiseerd door Courtisane, publiceert Sabzian een selectie van teksten en fragmenten uit het bijhorende boek Die Macht der Gefühle (Frankfurt am Main: Zweitausendeins, 1984) in een nieuwe Nederlandse vertaling.

 

Beelden (1) en (2) uit Die Macht der Gefühle (Alexander Kluge, 1983)

Beeld (3) uit Der Große Brockhaus, 16de oplage, 4de band, Wiesbaden 1954.

COMPILATION
12.12.2018
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.