1966

Over de films van Josef von Sternberg

Eric de Kuyper, 1966
ARTICLE
08.03.2023
NL

De Kuyper typeert Von Sternberg als een “paradoxale filmmaker”, die zich op extreme wijze leek te onderwerpen aan alle clichés van Hollywood en er tegelijkertijd een démasqué van wist te bewerkstelligen. Naar aanleiding van de herpublicatie op Sabzian voorziet De Kuyper deze tekst van een nieuw commentaar. “Abstraheren of verfremden blijft een veelzeggend begrip. Wat in de context van het toenmalige Hollywood zowel het realisme als de psychologie, waar elke Hollywood-film toch op steunde, ondermijnde.”

Frieda Grafe, 1966
ARTICLE
19.10.2022
NL EN

Films like Bresson’s, which rely on the power of suggestion and are therefore extremely dependent on the spectator’s ability and willingness to react, which represent a tangle of connections, references and forces, cannot possibly be reduced to a linear, unambiguous and irreversible relationship of cause and effect. The freedom Bresson gives his spectators corresponds to his attitude as an artist towards reality. What he captures with the form of his films is only a surface in relief; decisive is what one does not see, and only in the silence and speechlessness behind what one hears does the actual drama of this film emerge in solitude.

Eric de Kuyper, 1966
ARTICLE
27.01.2021
NL

Naar aanleiding van de restauratie van Agnès Varda’s Le bonheur (1965) in 2023 herpubliceerde Sabzian Eric de Kuypers kritiek van de film, oorspronkelijk verschenen in het cultureel-maatschappelijk maandblad Streven. Voor deze gelegenheid voorzag de Belgische filmmaker en auteur zijn kritiek van een nieuw commentaar. Eric de Kuyper: “Voor zover ik mij herinner was de receptie van Le bonheur nogal controversieel, met voornamelijk ethische pro- en contracriteria. Een effect dat Agnès Varda vanzelfsprekend had nagestreefd. Mij leek dat een valkuil. Varda verpakte haar film in een nogal extreme vorm van esthetiek. Dit was te mooi om waar te zijn!”

Frieda Grafe, 1966
ARTICLE
29.01.2020
NL EN

Films zoals die van Bresson, die afhankelijk zijn van de kracht van suggestie en dus in extreme mate afhankelijk zijn van het reactievermogen en de reactiebereidheid van de toeschouwer, die een kluwen van verbanden, referenties en krachten verbeelden, laten zich onmogelijk herleiden tot een eenduidige, lineaire en onomkeerbare verhouding tussen oorzaak en gevolg. De vrijheid die Bresson zijn publiek laat, stemt overeen met zijn houding als kunstenaar ten opzichte van de werkelijkheid. Wat hij met de vorm van zijn films vastlegt is slechts reliëf; wat men niet ziet is cruciaal en pas in de stilte en sprakeloosheid achter wat men hoort, komt in de eenzaamheid het eigenlijke drama van deze film boven.