Als reuzen sterven

Als reuzen sterven

Als reuzen sterven laat drie generaties terugkijken op het straatgebeuren rond feesten en manifestaties. De grootvader verschijnt als een geest en hij vertegenwoordigt stoeten die in opdracht van steden en gemeenten werden georganiseerd. Het is zijn zoon die de stoeten plaatst in een geheel van processies, historische stoeten, parades, traditionele feesten en carnavalsfeesten. Kritiek en aantrekking spelen hun spel. De kleinzoon zoekt tenslotte naar eigentijdse vormen en wijst op betogingen, manifestaties. De straat terug opeisen, gemeenschap vormen, gedachten uitdrukken op straat, samen buiten, ... ‘De straat de moeder van de democratie’, zo klinkt het via een robot gestuurde hoorn. De straat uit handen geven is vrijheid verliezen.

Regisseur Jan Vromman roept via de acteur François Beukelaers de wereld van zijn reeds overleden oom de stoetenbouwer Frans Vromman op. Die stoetenbouwer verzon tussen 1954 en 2005 zo’n 24 stoeten in Vlaanderen. De derde generatie wordt gespeeld door Cesar Vromman, Vrommans eigen zoon. Ondersteund door archiefbeelden fungeert deze intieme familiegeschiedenis als persoonlijke lens om deze bijzondere volkspraktijk verder te onderzoeken.

EN

“De cinema van Jan Vromman is een uitnodiging tot samenzijn. In Als reuzen sterven komt zijn familie bij elkaar. Vanuit het heden en het verleden brengt hij ze samen, in gezelschap van de toeschouwer. Vromman is de gemoedelijke vaandeldrager die ons rondleidt door een Belgische geschiedenis. Aandoenlijk, want volks, ontroerend want schijnbaar onbeduidend. Maar het carnaval is altijd een experiment in gemeenschapsvorming geweest. De armen vieren een potlatch, de vrouwen worden mannenrokkenjagers en de onderdanen nemen de overhand – ook al is het maar voor één dag. De opschudding van het sociaal weefsel creëert ademruimte, zorgt dat de donsdeken van de gemeenschap weer volume heeft. In de archiefbeelden zien we hoe individuen op straat samentroepen met maskers en vaandels om hun gemeenschappelijk verhaal leven in te blazen. In een stoet kon men de macht van een massa ervaren. En leerde men om die macht in te zetten voor folklore, maar ook voor verzet. Klimaatspijbelaars en vakbondsvoormannen zijn schatplichtig aan de Dulle Griet en het Ros Beiaard.

De film toont hoe feestelijk maar fragiel een gemeenschap is. Na een stoet gaat iedereen naar zijn eigen huis en sluit zijn eigen deur achter zich dicht. Wie weet wanneer zij weer samen zullen komen? Wanneer de slingers en bloemen zijn verwelkt, razen er weer auto’s voorbij. Jan Vromman zegt; ‘de straat is de moeder van de democratie’. Het begint allemaal met samen wandelen op een weg. Dan ontstaat magie als vanzelf.”

Nina de Vroome

FILM PAGE
UPDATED ON 30.03.2023