Koninkrijk der schaduwen

Koninkrijk der schaduwen
Kingdom of Shadows
Fiona Tan, 2000, 50’

“Thou shalt not make graven images nor worship them.” This (protestant) second commandment is the point of departure for Fiona Tan to scrutinize our complex thoughts and feeling towards the ceaseless stream of pictures, which fill life and memory. By means of an associative collage Tan explores her own personal vision on how memory and imagination are intertwined in today’s society, and how the act of looking in itself contains the process of creation, not in the least the construction of our own (cultural) identity. In Kingdom of Shadows four different characters present their most beloved pictures: a collector in Amsterdam, a cinematographer who collects amateur photos in Boedapest, a retired press photographer in Hamburg and an artist in New York. The pictures they show us are humorous, endearing and heartbreaking.

 

“An image does not exist without eyes that look at it. Thus the act of looking is the act of creating.”

Fiona Tan in Kingdom of Shadows

 

“De opvatting dat fotografie en film objectieve informatie over de werkelijkheid verspreiden, beheerst meer dan ooit onze alledaagse omgang met beelden. In Linnaeus’ Flower Clock maar ook in andere werken stelt Fiona Tan alles in het werk om dit ‘beeld van het beeld’ op de proef te stellen. Ze betoogt langs visuele weg dat beelden hun substantie niet halen uit de realiteit, maar dat wij onze werkelijkheid substantie geven door middel van beelden. Deze omkering brengt met zich mee dat het beeld en de realiteit niet op zichzelf staan. Het beeld wordt in het werk van Tan consequent getoond als iets relationeels. In haar documentaire Kingdom of Shadows drukt ze dat als volgt uit: ‘An image does not exist without eyes that look at it. Thus the act of looking is the act of creating.’ Deze opmerking kan als vertrekpunt worden gezien voor al haar werken. Ze werkt dit uitgangspunt op verschillende manieren uit, waarbij ze uiteenlopende functies van het beeld, en verschillende manieren om zich tot het beeld te verhouden, op de proef stelt.

Een belangrijk thema in het werk van Tan is bijvoorbeeld de verhouding tussen beeld en identiteit, in het bijzonder culturele identiteit. Ze problematiseert de onveranderlijkheid van culturele identiteit. Zelf is ze een migrant. Fiona Tan werd geboren in Indonesië als dochter van een Chinees-Indonesische vader en een Australische moeder. Ze bracht haar jeugd door in Australië, maar trok op achttienjarige leeftijd naar Europa om er te gaan studeren. Momenteel woont ze in Amsterdam. In haar documentaire May You Live in Interesting Times (1997), gemaakt voor de Nederlandse televisie, ondernam ze een zoektocht naar haar eigen culturele achtergrond en identiteit, een tocht die voerde door onder meer Australië, Indonesië, Hong Kong en China.

Op het eerste gezicht wordt de documentaire van Tan volledig beheerst door deze epistemologische queeste. In dit verband kan de film worden vergeleken met de roman The Joy Luck Club (1989) van haar Amerikaanse naamgenote Amy Tan. In dit boek tracht de verteller haar culturele achtergrond te achterhalen door te graven in de Chinese identiteit van haar moeder. Zowel in de roman van Amy Tan als in de documentaire van Fiona Tan willen de vertellers hun culturele identiteit kennen en meedelen door die te herleiden naar de oudere generaties in hun families en naar hun vaderland. Tot zover lopen tijd en plaats samen: terugblikken betekent op zoek gaan naar het thuisland, en vice versa. Bij nader inzien is de queeste van Fiona Tan echter minder rechtlijnig dan men zou denken. De documentaire doet geregeld een beroep op verschillende soorten representaties, zoals familiefoto’s, uittreksels uit haar dagboek, en opnames van een videomonitor die beelden herneemt die we kort tevoren nog als deel van de reportage zagen. Daarmee brengt ze in haar documentaire een reflexiviteit binnen die de verhouding tussen representatie en (culturele) identiteit centraal stelt. De film suggereert meer bepaald dat mensen hun identiteit aan beelden ontlenen. Dat is één van de redenen waarom we bepaalde beelden koesteren: we gebruiken beelden om tot een voorstelling van onszelf te komen.

De rol van beelden is dus niet langer epistemologisch maar constitutief. Deze afwijkende houding ten aanzien van de relatie tussen representatie en culturele identiteit treft men ook aan in een beduidend aantal ‘autobiografische’ teksten door migranten. Zo voert de autobiografische roman van Maxine Hong Kingston, The Woman Warrior (1976), een protagoniste op die niet zozeer worstelt met de moeilijkheid om de Chinese cultuur van haar ouders, of de Amerikaanse cultuur waarin ze leeft, te begrijpen, maar die worstelt met het feit dat ze zich met geen enkele wereld of culturele identiteit verbonden weet, laat staan met een identiteit die – adequaat of niet – gerepresenteerd zou kunnen worden. Door middel van haar verhaal poogt ze een continuïteit te scheppen met de culturen die haar omringen. Vandaar dat het in dit geval niet gaat om de waarachtigheid of geloofwaardigheid van de autobiografische vertelling, maar veeleer om de performatieve effectiviteit ervan. Uiteindelijk komt ook Fiona Tans documentaire tot deze conclusie. Tan verklaart in deze film het volgende: ‘It started off as a search, now it feels as if I’m constantly in search of my search.’ Op dat moment krijgen de opnames waarin zij kijkt naar beelden die ze zelf genomen heeft, een diepere betekenis. Het is in het beeld dat ze haar speurtocht op het spoor kan komen. Tans film documenteert niet haar zoektocht naar een identiteit; veeleer geldt dat het maken van de film de zoektocht vormt waaraan ze haar identiteit ontleent.”

Ernst van Alphen1

FILM PAGE
UPDATED ON 09.03.2020