Films byTexts by Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles
Article NL
21.10.2020

De gerestaureerde versie van Chantal Akermans Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975) liet me toe een detail op te merken dat me nog niet eerder was opgevallen. Door het beeld te bevriezen herkende ik het omslag van het boek dat Jeannes zoon Sylvain aan het lezen is. Het boek is meer dan een gewoon rekwisiet want de jongen gaat volledig op in het werk en grijpt elke gelegenheid aan om verder te lezen. Wat moeten we aanvangen met de haast onzichtbare, verborgen, mysterieuze aanwezigheid van dit object of verhaal in de film? Het zou te ver gaan om het boek te beschouwen als een mise en abyme van de film, maar het kan in deze tekst wel dienen als een sleutel om te onderzoeken in welk picturaal universum Sylvian en zijn moeder precies vastzitten.

Article NL EN
13.02.2019
Dirk Lauwaert 1975
Introduction by
Translated by

It is not a complicated or difficult film, rather a very simple and clean one. But it is not a natural, spontaneous film. The clarity and legibility of Jeanne Dielman is the result of self-discipline. In our culture clarity needs to be pragmatic-efficient, an argument needs to have the form of a road, including road signs. Force and energy need to be channelled into activist trajectories time and again, need to be labelled with a name and an address. Akerman slipped by and through all of that.

Article NL FR EN
25.10.2017

I come to perceive the screen as a wall (which it is) in front of which I myself have to assume an attitude and a position. I come to find myself on my own and in my own time. I have to determine my own shot, my way of watching and my use of time. If need be I can exercise patience and wait for the next sequence (as one ‘waits for a bus’). But such an attitude renounces enjoyment. I can spend this time much better by watching instead of seeing – and I can watch in such a way that I forget that I’m waiting for something (e.g. for a bus).

Article NL EN
23.12.2015

Film heeft altijd problemen met de tijd gehad. De carrière van Griffith wordt geritmeerd door zijn steeds maar uitdijende projecten. Is het toevallig dat zijn langste films ook zijn meest didactisch-moraliserende films waren, films waarin hij een boodschap wilde brengen, waarin hij zijn publiek iets wilde leren, waarin hij een thesis verdedigde? Het lang duren van een film is niet alleen een materiële eigenschap (een chronometrage), niet alleen een element van de ervaring als toeschouwer, maar ook een teken van iets, een signaal.