Als ik het probleem van het beeld ter sprake breng, is het vooral om je inzicht te geven in hoe de geest van een filmmaker werkt. Die moet zijn weg aftasten door de verschijning van dingen, moet kiezen, afwijzen en weer kiezen, altijd op zoek naar significantere verschijningsvormen, die als gist zijn voor het deeg, dat de context is. Dit is echter niet moeilijker voor film dan voor poëzie. De camera is instinctmatig, of zelfs door oefening, een zwerver.