De cineast leeft in zijn films. Zijn beslissingen zijn niet feilloos volgens een academisch ideaal, maar feilloos naar wat hij te vertellen heeft. Het is niet zonder vulgariteit, niet zonder demagogie, niet zonder overnadrukkelijk naturalisme, maar de film neemt dit alles ongekuist in zich op. En ik neem het met beide handen en breng het naar mijn ogen, die er zich gulzig aan te goed doen. Hoeveel jaren is het al niet geleden dat ik zulke vitale beelden zag?