Windschaduw

Er werd wel eens gedacht dat wij samen een soort miniclubje vormden. Maar naar aanleiding van zijn recentere films hadden we enkele forse discussies. lk had het gevoel dat Frans van de Staak de strijd met het somnambule geschetter van de televisie niet aanging, zich buiten het strijdperk van de media hield. Tegenover de technologie van de razendsnelle betovering waaruit men nooit meer ontwaakt, moet montage gesteld worden: scherpe en onwelvallige ingrepen in de loop der gebeurtenissen. Soms vond ik dat Frans zijn materiaal niet voldoende beteugelde en fatalisme in de plaats van precisie stelde.

lk zie berichten over snel stervende bossen en noteer met korte verbijstering hoe gewoon we allemaal doorleven, nauwelijks aangeraakt. lk denk aan de nieuwe film van Frans, Windschaduw. Komen en gaan van een man en een vrouw, openen en sluiten van deuren in weinig doorleefde kamertjes, zomerhuisjes. Een koffer die zich onophoudelijk leegt en weer vult. Vensters met uitgeknipte stukjes landschap. Woorden, fragmenten van zinnen, die de man (misschien een jongen nog) en de vrouw (een meisje misschien) tegen elkaar of voor zich heen spreken. Erachter ontvouwt zich de tekst van Gerrit Kouwenaar, waarin deze gedecideerd en met veel wit uitbeeldt hoe de tijd zichzelf consumeert, geconsumeerd heeft. Er is een helder patroon in de beweging van de tedere kwetsbare lichamen. De stem van Kouwenaar vindt daarin zijn plaats, de tekst wordt steeds zichtbaarder. Het menselijke gepraat en gescharrel wordt doorsneden door natuurbeelden, door al datgene waaraan we binnen de omlijsting van de vensters tekort komen.

Landschappen, tegelijk bevrijdend en bestreden. Er is geen meter ongerept. Er is een oeralledaagse ecologie. Er is een rafelig bos, een eindige wereld. Als het meisje de koffer opendoet en de camera vervolgens haar gezicht zoekt en inlijst, en als er dan een muziekje begint te spelen terwijl zij ons lang en onderzoekend aankijkt, moet ik opeens mijn uiterste best doen om niet in huilen uit te barsten.

Dat gebeurt me niet vaak. lk kan het niet uitleggen, maar in zijn sterkste momenten is Frans van de Staak voor mij de filmer die de essentie van het filmen het dichtst benadert. Niet dat hij de knapste is of de grootste (wie maakt dat uit?). Alleen: hij komt er het dichtste bij.

Productiestill van Windschaduw (Frans van de Staak, 1986). © Eye Filmmuseum Amsterdam.

Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Skrien 147 (lente 1986).

Met dank aan Nosh van der Lely en Rieks Hadders.

ARTICLE
08.05.2024
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.